De speeltuinverenigingen in Rotterdam gaan op de schop en moeten vitaler worden gemaakt. Dat vindt wethouder Sven de Langen, die er een uitvoerig rapport over liet schrijven met de basis bedoeling dat kinderen er ieder gewenst moment gebruik van kunnen maken. Nieuwe vormen van spelen zoals in de ‘Skillsgarden’ of op Sportplaza sluiten heel goed aan op de toekomstige vraag in de buurt.
Aantrekkelijke speeltuinen dragen bij aan het behoud van jonge gezinnen in de stad. Speeltuinen zijn ook groene plekken waar kinderen in aanraking komen met natuur in de stad. Ze moeten uitgroeien naar een inclusieve voorziening die voor de hele wijk zijn deuren opent en de fysieke hekken worden weggehaald. Woensdag wordt de nieuwe visie in commissieverband op het stadhuis van commentaar voorzien.
Aanleiding tot de gewenste vitalisering is dat speeltuinverenigingen niet meer de vanzelfsprekende sterke positie in de buurt hebben als vroeger. In tegenstelling tot sportverenigingen neemt het aantal vitale speeltuinverenigingen af. Van een ledenstructuur is niet altijd meer sprake en er worden zelden ledenvergaderingen georganiseerd.
Kinderen – aldus het rapport - hebben behoefte aan een veranderende, uitdagende speelomgeving met hier en daar zelfs een technologisch snufje. Ouders willen best vrijwilligerswerk doen, maar liever op projectbasis dan elke week op vaste tijden. Zij willen met hun kind gebruik maken van de speeltuin wanneer het hén uitkomt.
‘’Dit gaat niet vanzelf, het vereist een omslag bij een deel van de speeltuinen, een omslag naar een nieuwe manier van spelen. Door de groei van de stad gaat deze omslag gepaard met het slim gebruiken van een schaarste aan ruimte’’, is de visie.